Het ervaren van beperking in de ademhaling door onderdompeling in een vloeistof.
Iemand die het verdrinkingsproces doormaakt.
Een drenkeling die het verdrinkingsongeval heeft overleefd.
Een drenkeling die het verdrinkingsongeval of second drowning niet heeft overleefd.
Het process heeft een duidelijk patroon
Een drenkeling kan binnen 20 seconden onderwater verdwijnen
Kinderen verdrinken sneller dan volwassenen
Herkennen helpt voorkomen
De drenkeling merkt gevaar en word angstig, je ziet:
De drenkeling raakt buiten bewustzijn. Je ziet:
Zuurstofgebrek veroorzaakt stuiptrekkingen. Je ziet:
Wacht met reanimeren tot de ergste stuiptrekkingen zijn weggetrokken.
Ademhaling en circulatie zijn gestopt. Als er niet word gereanimeerd onstaat er permanente orgaanschade of overlijdt het slachtoffer.
Zorg dat er binnen 4 minuten gestart word met reanimatie, het liefst met een AED.
Zelfs na een succesvolle reanimatie kan het slachtoffer overleiden door secondary drowning (infecties, hersenschade, etc.)
one
two
three
four
five
six
Geen aanwijzing voor verdrinking, vaak een medische oorzaak. Zakt geruisloos onderwater.
80% van de verdrinkingen, stottenhoofdkramp ontspant en er komt water in maag en longen.
Drenkeling met strottenhoofdkramp. Vaak bij snelle waterstromingen (glijbaan, duikplank, etc.).
Vecht tegen verdrinking. Zichtbaar dat de persoon aan het verdrinken is.
Verdwijnt snel en geruisloos onderwater. Vaak een medische grondslag.